Interview: Patrick Zuidam van Zuidam Distillers

GENEVER IS LEKKER, GEWOON ECHT LEKKER’

Patrick van Zuidam citeert graag de wijze lessen van zijn vader. Want Zuidam Distillers is een echt familiebedrijf dat inmiddels wereldwijd hoge ogen gooit met zeer serieuze Nederlandse whisky en ambachtelijke genevers. Met een ‘g’ ja, nooit met een ‘j’.

TEKST TIJN KRAMER

De Nederlandse kenners weten het waarschijnlijk wel. Zuidam is één van de laatste zelfstandige distilleerderijen van Nederland die al haar distillaten en extracten nog op ambachtelijk wijze maakt. Met natuurlijke grondstoffen en vooral geen kunstmatige geur-, kleur- en smaakstoffen worden in Baarle-Nassau uitmuntende genevers, liqueren (met een q ja) en prijswinnende whisky’s gemaakt. Met name de genevers zijn niet alleen tongstrelend maar ook een lust voor het oog. Met zegellak en een met de hand ingevuld etiket. Een ode aan lekkere drank en de waarde van familielessen.

De historie

Het bedrijf is begonnen door mijn vader, in 1974 kocht hij hier een stukje grond, aan de Weverstraat om een kleine distilleerderij te beginne. Daarvoor had hij meer dan twintig jaar bij een van de grootste distillateurs gewerkt als Master Distiller. Toen ze hem passeerden voor een directeursfunctie zei hij:  ‘Bekijk het maar, ik doe het lekker zelf.’

Dat was natuurlijk niet zo handig in de moeilijke jaren 70. Nu is het hartstikke hip om een klein distilleerderijtje te beginnen , die schieten als paddenstoelen uit de grond, net zoals de bierbrouwerijtjes een paar jaar geleden. Maar toen in de jaren ’70 was hij gewoon klein…niet schattig, leuk of boetiek, of hoe je het tegenwoordig wil noemen. Een moeilijk begin. Mijn vader, en mijn moeder, hadden wel een duidelijke visie: je moest zorgen dat wat er in de fles zat lekker was. En dan zouden de mensen wel komen. Hij is voornamelijk met likeuren begonnen, dat was zijn grote passie, zijn grote liefde. En een beetje jenever. Maar likeuren, echt van fruit, niet van geurstoffen of aroma’s, maar bijvoorbeeld echt van aardbeien, kersen, zwarte bessen of amandelen, kaneel, vanillestokjes. Zoals we dat nog steeds doen. Maar toen was dat wel vooruitstrevend. Bij aardbeienlikeur hebben mensen natuurlijk wel een associatie met aardbeien, maar in mijn vak is dat niet per se zo. Bij de meeste aardbeilikeuren komt geen aardbei aan te pas. Maar mijn vader was daar heel rechtlijnig in. ‘Geen concessies aan doen, dan maar arm, maar dat wil ik maken.’

Hij is nu 87, dus toen was hij midden veertig. Nogal een leeftijd ook om een eigen bedrijf te beginnen. En hij moest er van leven. Het was zeker geen hobbyisme. Hard werken. Mijn vader kwam uit een hardwerkende arbeidersfamilie, mijn moeder kwam uit een hardwerkende familie. Ze moesten het zelf opbouwen.

Lukte dat?

‘Het begin was dus moeilijk, papa had een hele goede baan, mijn moeder had een eigen bedrijfje, een kap-schoonheidssalon. Toen kochten ze een huisje in Baarle-Nassau en moesten ze aan de bak. Met drie accijnsverhogingen in vijf jaar tijd. In de jaren ‘50 en ‘60 waren distilleerderijen helemaal booming maar in de jaren 70 klapte dat helemaal in elkaar. Het aantal is toen van 250 naar 20 gegaan. Een moeilijke tijd. En de filosofie die hij had, met ook mond tot mond reclame , is natuurlijk niet de makkelijkste manier om je bedrijf te doen groeien.’

Wanneer is het gaan lopen?

‘Toen ik in het bedrijf kwam in 1993-1994 deden we 320.000 gulden omzet, dat was nog niet zoveel, Daarna is het langzaamaan beetje bij beetje gaan groeien. Ik was verliefd op whisky en op genever. Mijn vader had daar niet zoveel mee, maar zei: ‘als jij dat wil doen jongen, ga je gang. Dan gaan we whisky en genever maken, dan zien we hoe het loopt. En dat is langzaam maar zeker gegroeid. Je krijgt uiteindelijk wel een soort sneeuwbaleffect. In het begin kennen ze je niet, en wat de boer niet kent, afijn…maar langzaam maar zeker kwamen mensen erachter dat de visie van mijn vader wel klopte. Het was ook gewoon echt lekker, en dat vond ook iedereen. Iedereen was wel overtuigd: Zuidam was kwaliteit. Het was niet groot maar wel goed. Mijn vader zei altijd: ‘je moet dicht bij jezelf blijven. Ferrari is ook niet het grootste automerk. Je moet zorgen dat je dingen maakt die lekker zijn. Als het lekker is, kan ik het altijd verkopen. Misschien niet met een miljoen flessen, maar dan kan ik verkopen. En als het niet lekker, dan moet je veel meer moeite doen, fancy verpakking, hele grote marketing, of wat dan ook. Op geen enkel moment is dat exponentieel gegroeid, maar elk jaar een beetje. En als je dat lang genoeg volhoudt kom je er ook.

Hoe staat er het bedrijf er nu voor?

Op dit moment hebben we 25 medewerkers. We hebben meer dan 10.000 vaten op voorraad. Genever is met stip op 1 de bestverkopende drank. Whisky op 2 en gin op 3.  En daarna toch liqueren, toch nog substantieel.

En wie verkoopt het?

Slijters, we hebben altijd gekozen voor de zelfstandige retailer als verkoopkanaal. In het begin was dat om dat het niet anders kon, nu is het uit loyaliteit. Die mensen hebben ons langzaam maar zeker groot gemaakt. Dan moet je nu niet zeggen dat je morgen 1 miljoen flessen aan dit of dat hoofdkantoor kunt verkopen. Dan moet je een beetje solidair zijn. We zijn een echt familiebedrijf. Mijn vader zei altijd: als het alleen maar was om geld te verdienen, dan zijn er wel makkelijker manieren. En vergeet ook niet, veel van wat we maken wordt pas over 10 of 20 jaar verkocht, het is niet zo dat we dat morgen kunnen verkopen.

Hoe plan je vooruit?

(Lachend) Ik heb een glazen bol, maar wel met matglas. Gevoel voor de markt, soms blunderen, het is natte vinger werk. Een paar jaar vooruit ja, maar langer blijft moeilijk.

Hoe verkoop je jullie product?

Belangrijk is dat mensen erkennen dat het lekker is, waar ze ook vandaan komen.

Exporteer je?

Zeker. Normaal is export zo’n 40 procent van onze omzet. We hebben een goede importeur is de VS, in Canada, Australië, Rusland, China. En eigenlijk alle dranken die we maken.

Hoe verkoop je dat op de internationale markt?

We hebben wel een beetje een reputatie opgebouwd van ‘Die gekken daar in Baarle- Nassau maken wel producten die meetellen.’ We hebben ook veel internationale prijzen gewonnen. We hoeven zelf niet de boer op. De meest succesvolle contacten zijn andersom, de mensen benaderen je. ‘Hoi, hoi, ik ben die en die, kan ik jouw producten niet importeren?’. Omdat ze zien dat we prijzen hebben gewonnen of in een mooi blad hebben gestaan. Een keer een prijs winnen zegt niet zoveel, maar wel als je dat vier, vijf keer per jaar doet. En we hebben ook net op de cover van Whisky Magazine gestaan, .het grootste whiskyblad van de wereld, dat zorgt wel extra aandacht.

Is Nederland daarin dan niet een soort Andorra op het WK?

Nee hoor, allang niet meer, en dat geldt voor veel andere landen ook. Van Engeland tot India tot Taiwan en verder wordt hele mooie whisky gemaakt. En ik durf wel te zeggen dat Zuidam in de industrie te boek staat als een van de topproducenten in de wereld te boek staat.

Wanneer is die omslag gekomen?

Dat hebben we voornamelijk aan Japan te danken. Een land wat al heel lang whisky maakt, maar heel lang werd dat niet erkend of gewaardeerd. Vijftien jaar geleden wilde niemand dat. Hibiki 21 is een van de mooiste whisky’s die er is. Maar op het whiskyfestival ooit in Leiden kwam niemand kijken toen bij de stand terwijl het bij Schotland vol stond. Onbekend maakt onbemind. Daarna wonnen ze wedstrijden en is het ballatje gaan rollen. De laatste tien jaar is het niet aan te slepen en is het duurder geworden. Dat hebben ze heel knap gedaan, de kwaliteit is ook hoog. Daar begint het mee, in dat opzicht hebben we dezelfde filosofie.

En dan hebben we het oer-Nederlandse genever…een drank met uitleg.

Genever moet je ziet niet zijn als de klassieke witte ellende die je in de plaatselijke kroeg krijg gereserveerd als je kopstootje. Wij maken genevers die aansprekend zijn voor dezelfde mensen die ook whisky drinken. Daar zit een hele grote overlap. Wij verkopen het voor de traditionele jeneverdrinker die in het in zo’n lullig tulpglaasje drinkt.

Genever is natuurlijk wel uniek voor Nederland

Dat is ons heel dierbaar, ons grootste product. Genever is gewoon lekker, echt lekker. Als het goed gemaakt is, is het misschoen wel lekkerder dan whisky. Daar is dat vandaan gekomen.

Hoe drink je het dan?

Hetzelfde als je een glaasje cognac of whisky drinkt. Voor het eten, na het eten, met je vrienden bij de haard. In het buitenland doen ze het vaak in de betere cocktails, in Nederland is dat niet zo groot. In New York maken ze Manhattans met gelagerde genevers. Vooraanstaande bartenders weten daar goed raad mee. Let wel: Honderdvijftig tot tweehonderd jaar geleden was genever een van de meest gedestilleerde producten in de wereld. Waarom we dat ooit uit onze kladden hebben laten vallen…

Er ligt ruimte voor groei dus?

Genever is nog een gat in de markt. Malt whisky gebruik je niet zo snel in cocktails. Genever heeft heel veel gebruiksmogelijkheden. Puur kun je het uitstekend drinken, met heel veel gelaagdheid in de smaak. De prijs-kwaliteitverhouding is erg sterk. En je kunt er dus mooi cocktails mee maken. Negroni’s me drie jaar oude genevers, fantastisch.

 

 

Deel dit artikel

Dit artikel is geschreven door

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Populair

1

NH Hotel Group verder als Minor Hotels

2

Forse groei AirPlus

3

Gratis wifi in alle treinen Thalys

4

Nieuw high-speed internet op Airport Weeze

5

Schiphol opent Lounge 2

Bekijk hier de nieuwste uitgave Business Traveller:

Lifestyle

Mercedes presenteert GT-topmodel

Ultraluxe: Four Seasons Private Jet Experience

TUI lanceert Golfbreaks dichtbij

Lekker op het terras aan de Vecht bij Flora Batava

Terug naar de toekomst in Ahoy