Door: Tijn Kramer | 5 oktober, 2016
Je moet ergens beginnen. We praten begin jaren ’90 en ik ging mijn eerste stage lopen bij de Goudsche Courant. Na wat omzwervingen had ik besloten voor journalistiek te kiezen en op dag 1 was het meteen raak. Ik kon die avond mijn eerste verslag gaan schijven: de opening van een muziekkroeg met om middernacht een optreden van ‘The Blues Brothers’.
Ik was groen als gras. Ik dacht dat ik die eer kreeg, maar uiteraard wilde de rest van de redactie gewoon lekker thuis zijn of in de stamkroeg hangen, zo’n krant was het wel. Wist ik veel. Het werd een hele leuke avond en de maandag erna stond mijn naam voor het eerst in de krant. Trots. Twee weken later ging het café al over de kop en had ik mijn eerste primeurtje.
Leerzaam
Het was een leerzame tijd daar in hartje Gouda, stad van mijn jeugd. Sommige mensen noemen dergelijke kranten lokale sufferdjes maar daar heb ik me altijd tegen verzet. De redactie werkte daarvoor te bevlogen en de lezers waren oprecht geïnteresseerd in nieuws van voor hun stoep. Natuurlijk, in Gouda gebeurt ook weer niet zoveel, dus het nieuws had uiteraard het hele jaar door wel lome zomertrekjes maar dat mocht de pret niet drukken. Ik deed verslag van de paddentrek in Gouderak, zat in de ochtend bij de politiebureau voor het klein dronken leed van het weekend, versloeg de binnenkomst van de avondvierdaagse, hielp mee een koe uit het water te halen en werd door een schoolvriend getipt dat er een boom omgevallen was in het centrum van Haastrecht. Er was ook hard nieuws hoor, maar ik koester die tijd en ik raad iedereen met grote ambities aan bescheiden en in het veld te beginnen. Daar leer je het vak.
SMS je veel?
De tijd denderde door, en ik ook. Toen de krant werd wegbezuinigd was ik allang weg. Uit Gouda, uit de regio. Studie en werk brachten me bij NRC Handelsblad, een groot studentenblad (SUM) en vele soms rare freelance klussen, al was het maar om de kachel warm te houden. Ik ontmoette de minister-president maar ging voor ‘GSMagazine’ ook B-sterretje Ellen ten Damme interviewen. ‘Zeg Ellen, sms je veel?’
Boemel naar Berlijn
Ergens in de tijd schreef ik mijn eerste reisverhaal ‘Boemelen naar Berlijn’. Over het Schönes Wochendeticket, een spotgoedkoop Duits treinkaartje waarmee je in het weekend voor weinig naar Berlijn kon komen. Maar dan wel op stoptreinen, niet op intercity’s. Via liefst 55 stops reed ik in dertien uur via plaatsen als Konigslutter, Ovelgunne en Niederndodeleben naar Berlijn. Avontuur! Het artikel verscheen op kerstavond 1998 in de krant en ik wist wat ik wilde.
Hit it
Waarom vertel ik dit? We gaan binnenkort het tijdschrift (en website) Business Traveller beginnen. Of liever: de Nederlandse editie, het magazine bestaat al veertig jaar en ligt wereldwijd in verschillende edities, van Hong Kong tot Kaapstad, van New York tot Dubai. Een dijk van een titel voor de Nederlandse zakelijke reisprofessional en de frequente zakenreiziger. Maar dit is geen verkoopverhaal (hoewel ik graag uitnodig onze Facebook pagina te liken). ik wilde gewoon even bescheiden met jullie delen dat ik ongeveer net zo opgewonden ben als toen. Elwood: ‘It’s a hundred and six miles to Chicago, we’ve got a full tank of gas, half a pack of cigarettes, it’s dark, and we’re wearing sunglasses.’…Jake: ’Hit it!’
[embedded content]
Bron: Business Traveller